Veelgestelde vragen

Hieronder ziet u enkele veelgestelde vragen die betrekking hebben op continu verbeteren in het basisonderwijs.

Heeft u een vraag die u op deze pagina niet beantwoord ziet, neem dan contact met ons op!

1. Is continu verbeteren geschikt voor elk type onderwijs?

Ja, de aanpak wordt toegepast binnen verschillende type onderwijs, ook binnen het speciaal onderwijs. Er wordt altijd uitgegaan van de eigen visie, missie, kernwaarden en doelen van de school.

2. Wat is het verschil met opbrengst gericht werken?

Met continu verbeteren werk je constant vanuit je missie ,visie en kernwaarden en doelen. Resultaten zijn gekoppeld aan SMART doelen inclusief frequente monitoring en sturing. OGW is hiermee geïntegreerd in de continu verbeter aanpak. Continu verbeteren gaat verder dan OGW door de manier waarop je tot deze resultaten komt. Het gaat uit van actieve betrokkenheid van iedereen binnen de schoolorganisatie waarbij de leerlingen zelf de basis zijn. Door deze manier van meedenken en samenwerken leren leerlingen waardevolle vaardigheden voor nu en later.

3. Moet je direct met de hele school of scholengemeenschap beginnen met continu verbeteren?

Binnen een scholengemeenschap kun je het beste starten met de scholen die graag willen en waar de noodzaak hoog is. Door deze scholen een voortrekkersrol te laten spelen, kan de aanpak bewezen worden en kunnen zij ondersteunen in het enthousiasmeren van andere scholen. Een olievlek model dus.

Op een school kunnen best “voortrekkers” zijn voor bepaalde onderdelen. Je kunt starten met continu verbeteren in alle groepen en vervolgens dit uitbreiden naar schoolniveau of andersom. Belangrijk is dat de planning en timing aansluit bij de capaciteit van jouw school. Er wordt altijd uitgegaan van visie, missie, doelen en leerplannen die een school al heeft. Het kan zijn dat deze aangescherpt worden indien nodig, maar in principe komen er geen nieuwe doelen bij.

4. Moet een training continu verbeteren gevolgd worden met het hele team?

Het is mogelijk (bijv. binnen een bestuur) dat er van iedere school een aantal teamleden getraind worden. Zij geven dan op hun beurt de inhoud weer door aan hun team. Dit vergt echter veel inzet en vaardigheid van deze teamleden en zij moeten daar ook zeker voldoende tijd voor vrij geroosterd worden. Een gelijke start van inhoudelijke informatie en training aan een heel schoolteam werkt doorgaans goed.

5. Hoeveel tijd gaat er zitten in het invoeren van continu verbeteren?

Continu verbeteren kun je in stappen invoeren. De aanpak is geheel aan te passen op de behoeften en mogelijkheden van de school. Ons uitgangspunt is dat wij liever stap voor stap bouwen dan in 1 keer iets neerzetten dat niet beklijft. Er zijn diverse opties, zie ook “onze diensten” met een voorbeeld traject.

Zoals de naam continu verbeteren al aangeeft, ben je hier nooit klaar mee. Het gaat uiteindelijk om een mentaliteitsverandering waarbij leerlingen, schoolteam, ouders en schoolleiding samen werken aan een beter onderwijs op school. Doel van een implementatie traject is dat een school of gemeenschap van scholen op weg wordt geholpen om hier zelfstandig mee verder te gaan.

Meer info

6. Implementatie van continu verbeteren kost zoveel tijd, hoe moet ik die vrijmaken?

Het invoeren van continu verbeteren kost in het begin tijd, maar het betreft vooral investering in een nieuwe aanpak voor zaken die je toch al doet binnen de groep en de school organisatie.

Er komen namelijk geen nieuwe doelen/methodes bij, het betreft met name de wijze waarop je werkt. Bekijk vooral hoe je dit kunt integreren in de lessen/ vergaderingen/ studiedagen/ studietijd/ lesvoorbereiding/ ouderavonden die er al staan. Een andere manier van werken houdt ook in dat een aantal bestaande structuren vervallen of efficiënter worden. Het tempo en de manier van introduceren wordt afgestemd op wat er haalbaar is binnen de school.

7. Hoe worden ouders betrokken bij continu verbeteren? We hebben al een OR en MR, wat voegt dit toe?

Continu verbeteren is een goed middel om ouders breder te betrekken dan alleen via de OR/MR. Voorbeelden van ouderparticipatie: deelname aan verbeterteams vanuit de groep of schoolbreed (betrek die ouders die de meeste ideeën of klachten hebben), actieve betrokkenheid van leerontwikkeling van hun kind via door leerling geleid oudergesprek, als kwaliteit “hulp” ouder bij een continu verbeteractiviteit in de groep (bv meeschrijven met brainstormen met de kleuters).

8. Wat is de beste volgorde voor invoering van continu verbeteren in de groep?
9. Waar haal je de groepsdoelen vandaan?

De groepsdoelen komen uit de lesmethode, uit tegenvallende toetsresultaten van de methode of van Cito. Het is de bedoeling dat op deze wijze gewerkt wordt aan de onderdelen die je tóch moet behandelen, geen extra doelen. Doelen om gedrag te verbeteren kun je halen uit zaken waar je herhaaldelijk tegenaan loopt in de groep. Ook zullen groepsdoelen komen uit schoolbrede verbeterplannen.

10. Hoe verhoudt zich een leerling doel tot een groepsdoel?

Het is goed voor de leerling als hij/zij weet wat er op een bepaald moment in een groep van hem/haar wordt verwacht, waar naartoe gewerkt kan worden. Het groepsdoel is een richtlijn die de school zich heeft gesteld bij de verschillende vakgebieden, afgeleid van de schooldoelen.

11. Wij hebben een leerlingenraad. Kan dat in de plaats van de door leerling geleide groepsvergaderingen?

Het sterke van de groepsvergadering is de band in de groep zelf en de problemen en oplossingen die daar besproken worden. Een leerlingenraad is echter een zeer goede aanvulling, want daar kunnen groepsoverstijgende onderwerpen besproken worden, die dan evt. weer teruggekoppeld kunnen worden naar de groepsvergadering.

12. Is werken met een missie in de groep niet erg Amerikaans?

Een missie in de groep geeft antwoord op de vraag: “ Waarom zijn we samen en wat gaan we samen doen dit jaar?” Die missie werkt het best als hij regelmatig onder de aandacht wordt gebracht en dat hoeft niet in te houden dat deze standaard elke dag wordt herhaald zoals in de VS gebruikelijk is. Je kunt de missie erbij halen wanneer dit nodig is in de groep of een vast onderdeel maken van de wekelijkse groepsvergadering.

Werken met een missie in de groep of op persoonlijk niveau sluit bovendien vaak goed aan bij de belevingswereld van kinderen. In diverse games en kinderseries spelen/voeren helden missies uit, hetgeen kinderen erg spannend vinden en ze graag naspelen.

13. Wat voor gevolgen heeft het stellen van een klassendoel voor de zwakkere leerlingen?

Kinderen vinden het niet zo’n probleem om het eigen doel lager te stellen dan het klassendoel (zie de opm. van de leerlingen in de film). Zij weten heel goed in welk vak ze lager of hoger kunnen scoren dan het klassendoel. Natuurlijk is hierbij de pedagogische aanpak van de leerkracht van groot belang.

De focus bij een klassendoel ligt juist op het gezamenlijk bereiken van het doel, waarbij ieder trots mag zijn op zijn eigen bijdrage. Vieren van dit gezamenlijk succes, uiteraard gekozen door de kinderen, bevordert het gevoel van samen trots zijn op het resultaat.

14. Is de cursus Continu Verbeteren geaccrediteerd door registerleraar.nl?

De totale cursus is goedgekeurd voor 69 uur. De onderdelen zijn ook onafhankelijk goedgekeurd voor een verschillend aantal uren.